Corona zorgt ervoor dat alles nog steeds anders is. De cafés en restaurants dicht, maximaal 30 mensen in een bijeenkomst, thuis maximaal 4 anderen ontvangen, geen teamsport boven 18 jaar, mondkapjes. In de kerk komen we ook met 30 mensen samen, dragen we mondkapjes bij binnenkomst en zingen we niet. Gelukkig kunnen de mensen thuis de dienst volgen via Kerkomroep.nl. En de regering komt opnieuw met een steunpakket voor bedrijven.
Tijdens de eerste golf sloeg ons de schrik al om het hart. Zoveel ernstig zieken, zoveel overledenen, zoveel eenzamen in de verpleeghuizen, zoveel zwaar belaste dokters en verpleegkundigen, zoveel bedrijven in zwaar weer. Allemaal hielden we ons aan de maatregelen. Deze zomer leek het de goede kant op te gaan, maar schijn bedriegt. Het virus is hardnekkig. Inmiddels zitten we middenin de tweede golf. De zorgen en spanningen nemen toe. Twee weken geleden sprak ik de togamaakster, zij was heel bang. Geen wonder, haar baas was in april helaas aan corona overleden. O, wat zijn wij kleine, kwetsbare mensen. We dachten misschien dat de mens tot alles in staat is, we vliegen even naar de andere kant van de wereld. En sommigen dachten: de mens kan het paradijs maken, de wereld is maakbaar. Maar nu zien we weer onze kleinheid, onze broosheid. We staan, maar vallen zomaar om, zegt Paulus. Maar God zij dank: we staan er niet alleen voor. God is er ook, Hij die ons het leven geeft. Hij die wel boven de machten staat. In Psalm 46:2 lezen we:
God is voor ons een veilige schuilplaats
(een toevlucht en sterkte - NBG-vertaling),
een betrouwbare hulp in nood.
Al wankelt de aarde, al storten de bergen in het diepst van de zee, al kolkt er een grote watervloed, al lijkt niets nog zeker te zijn, wie is daar nog tegen bestand? En dan klinkt, temidden van alle tumult, dit psalmwoord: Gód is voor ons een veilige schuilplaats, een betrouwbare hulp in nood. Daarom hoeven we niet bang te zijn (niet te vrezen). Want Hij is mét ons. Wat een bemoediging is dat! Wat een hoop spreekt hieruit! Wij, kleine mensenkinderen, kunnen ons middenin de storm vastklampen aan de grote God. In vers 8 lezen we: De Heer van de hemelse machten is met ons, onze burcht is de God van Jakob. De Heer is als een stevige burcht, een sterk kasteel, bij Wie wij, wat er ook gebeurt, veilig kunnen schuilen. Niet voor niets sprak deze Psalm 46 Maarten Luther, de grote kerkhervormer, zo aan. Het stormde ook in zijn tijd (begin 1500) vreselijk. In die storm schreef Luther het lied, gebaseerd op Psalm 46:
Een vaste burcht is onze God,
een toevlucht voor de zijnen………
Ons staat een sterke Held ter zij
die God ons heeft verkoren.
Vraagt gij zijn Naam? Zo weet
dat Hij de Christus heet……
En die Christus, Gods Zoon, overwint de donkerheid, overwint de dood. Die Christus zegt het zelf: “Ik ben met jou, al de dagen, tot aan de voltooiing van de wereld”(Mat.28:20). Hij is onze veilige schuilplaats. Altijd. Er is dus hoop! Voor vandaag, voor morgen, tot in eeuwigheid. Hij is een vaste burcht. Ook nu. Laten wij daarom ook schuilplaatsen zijn voor elkaar, voor onze naaste, voor onze familie, voor onze buren, voor onze broeders en zusters, voor hen die in nood verkeren.
Ds. Kees Groenendijk