Liturgie van zondag 9 mei 2021 om 9.30 uur in de Dorpskerk te Piershil
Thema: Is corona een ingrijpen van God, een teken van de eindtijd?
Welkom en afkondigingen
Intochtslied: Psalm 107: 1 en 20 (Gods goedheid houdt ons staande)
Stil gebed
Bemoediging en groet
Gebed van toenadering
Woord van genade: Openbaring 1: 5b-6
Aan hem die ons liefheeft en ons van onze zonden heeft bevrijd door zijn bloed, 6die een koninkrijk uit ons gevormd heeft en ons heeft gemaakt tot priesters voor God, zijn Vader – aan hem komt de eer toe en de macht, tot in eeuwigheid. Amen.
Leefregel: De Tien Geboden (Exodus 20: 1-17)
Zingen: Lied 302: 3 en 4 (O Jezus, die de Christus zijt)
Gebed om verlichting met de Heilige Geest
Moment voor de kinderen
Zingen: Eigen Bundel lied 823 (God die alles maakte)
Schriftlezingen:
Lucas 21: 5-13, 25-27
De komst van de Mensenzoon
5Toen er gesproken werd over de tempel, over de mooie stenen en wijgeschenken waarmee hij versierd was, zei hij: 6‘Wat jullie hier zien – er zullen dagen komen waarop geen steen op de andere zal blijven; alles zal worden afgebroken.’ 7Ze stelden hem toen de vraag: ‘Meester, wanneer zal dat allemaal gebeuren en aan welk teken kunnen we het herkennen?’ 8Jezus zei: ‘Let op, laat je niet misleiden. Want er zullen velen komen die mijn naam gebruiken en zeggen: “Ik ben het,” of: “De tijd is gekomen.” Volg hen niet! 9Als jullie berichten horen over oorlog en opstand, raak dan niet in paniek. Die dingen moeten eerst gebeuren, maar dat is nog niet meteen het einde.’ 10Hij vervolgde: ‘Het ene volk zal tegen het andere ten strijde trekken en het ene koninkrijk zal de strijd aanbinden met het andere, 11er zullen zware aardbevingen komen en hongersnoden en epidemieën alom, en er zullen aan de hemel grote en verschrikkelijke tekenen verschijnen. 12Maar eerst zullen jullie worden mishandeld en vervolgd en uitgeleverd aan de synagogen, jullie zullen worden opgesloten in de gevangenis en worden voorgeleid aan koningen en gouverneurs omwille van mijn naam. 13Dan zullen jullie moeten getuigen.
25Dan zullen er tekenen zijn aan de zon en de maan en de sterren, en op aarde zullen de volken sidderen van angst voor het gebulder en het geweld van de zee; 26de mensen worden onmachtig van angst voor wat er met de wereld zal gebeuren, want de hemelse machten zullen wankelen. 27Maar dan zullen ze op een wolk de Mensenzoon zien komen, bekleed met macht en grote luister.
Openbaring 13: 15-17
15Het (beest uit de aarde) kreeg de macht om dat beeld leven in te blazen, zodat het beeld van het beest (uit de zee) ook kon spreken en ervoor kon zorgen dat iedereen die het beeld niet aanbad, gedood zou worden. 16Verder liet het bij alle mensen, jong en oud, rijk en arm, slaaf en vrije, een merkteken zetten op hun rechterhand of op hun voorhoofd. 17Alleen mensen met dat teken – dat wil zeggen de naam van het beest of het getal van die naam – konden iets kopen of verkopen.
Zingen: Lied 801: 1 en 3 (Door de nacht van strijd en zorgen)
Schriftlezingen:
Romeinen 8: 16-19, 28, 35-39
16De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn. 17En nu we zijn kinderen zijn, zijn we ook zijn erfgenamen, erfgenamen van God. Samen met Christus zijn wij erfgenamen: wij moeten delen in zijn lijden om met hem te kunnen delen in Gods luister.
18Ik ben ervan overtuigd dat het lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard. 19De schepping ziet er reikhalzend naar uit dat openbaar wordt wie Gods kinderen zijn.
28En wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede.
35Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus? Tegenspoed, ellende of vervolging, honger of armoede, gevaar of het zwaard?.......37Maar wij zegevieren in dit alles glansrijk dankzij hem die ons heeft liefgehad. 38Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, 39hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer.
Openbaring 21:1-6a
1Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. 2Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. 3Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. 4Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’
5Hij die op de troon zat zei: ‘Alles maak ik nieuw!’ – Ik hoorde zeggen: ‘Schrijf het op, want wat hier wordt gezegd is betrouwbaar en waar.’ – 6Toen zei hij tegen mij: ‘Het is voltrokken! Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde.
Zingen: Lied 801: 5,7 en 8 (Met één lied uit duizend monden)
Preek
Zingen: Lied 766: 1 en 3 (Ik zag een nieuwe hemel zich verheffen)
Dankgebed en voorbeden
Aandacht collecten
Slotlied: Eigen Bundel lied 545: 1 en 2 (Waarheen, pelgrims, waarheen gaat gij?)
Zegen
Zingen: Lied 415:3 (Amen, amen, amen!)
Zingen: Lied 708: 1 en 6 (Wilhelmus)